In deze studie onderzochten we hoe bepaalde keuzes in een woningontwerp invloed hebben op zowel het energieverbruik als de milieu-impact. Daarbij maakten we gebruik van twee bekende tools: de EPB-software, die de energieprestatie van gebouwen berekent, en TOTEM, de Belgische tool die inzicht geeft in de milieu-impact van bouwmaterialen en technieken.
Met de EPB-tool bereken je in welke mate de woning voldoet aan de EPB-eisen. Is de woning voldoende geïsoleerd? Is er voldoende ventilatie? Zijn de installaties voldoende efficiënt? Wat is het risico op oververhitting?
De TOTEM-tool berekent de milieu-impact van het volledige gebouw. Alle materialen van elk gebouwelement (vloer, muur, deur, ventilatiesysteem,…) worden gedetailleerd ingevoerd om zo de totale milieu-impact te bepalen. Wil je meer weten over TOTEM en de berekening van milieu-impact? Lees er meer over in dit artikel: Van baksteen tot sloop: hoe duurzaam is jouw gebouw écht?
Voor onze analyse vertrokken we van een concreet voorbeeld: een halfopen nieuwbouwwoning van 218 m² met een houtskeletstructuur. Van daaruit bekeken we stap voor stap welke invloed verschillende ontwerpkeuzes en energiemaatregelen hadden op zowel de energieprestatie als de milieu-impact.
In de analyse evalueerden we de volgende scenario’s en energiemaatregelen met zowel de EPB- als de TOTEM-software:
De analyse begon met een halfopen woning die net voldoet aan de wettelijke minimumeisen op vlak van isolatie en met de bouwknopen volgens optie C, de basisaanname voor luchtdichtheid, ventilatiesysteem C, een kleine PV-installatie van 2 kWp, geen zonwering, een warmtepomp met vloerverwarming en zonder douchewarmtewisselaar.
Vervolgens worden de parameters stap voor stap aangepast. Tot en met maatregel 4 worden de vorige verbeteringen telkens behouden. Na stap 4 is er dan een nieuwe startsituatie om stap 5-9 één voor één (niet accumulatief) te beoordelen.
Niet alle scenario’s konden echter doorgerekend worden in TOTEM. Sommige elementen, zoals zonnepanelen, een douchewarmtewisselaar of zonwering, kunnen momenteel niet ingevoerd worden in de tool. Ook veronderstelt TOTEM dat een gasketel altijd wordt gecombineerd met radiatoren, terwijl een warmtepomp altijd wordt gecombineerd met vloerverwarming. En tot slot zijn in TOTEM geen alternatieve benaderingen om met de bouwknopen om te gaan.
In de onderstaande afbeelding worden alle resultaten weergegeven. De milieu-impact wordt afgebeeld in de grijze balken: donkergrijs voor de impact ten gevolge van de materialen, lichtgrijs voor de impact van het energieverbruik. De groene driehoekjes tonen het E-peil (energieprestatie), de blauwe kruisjes tonen het S-peil (isolatiegraad). De oranje lijn toont op de rechteras het risico op oververhitting. Onder de figuur toont een tabel de inputparameters van de 14 scenario’s.

Dit zorgt voor een kleine verhoging van de materiaalimpact, maar dit wordt gecompenseerd door de daling van de energie-impact. Nu behaalt ook het E-peil de nieuwbouweis.
4. De isolatiewaarden worden verder verbeterd:
Vloer: 0,12 W/m²K
Muren: 0,16 W/m²K
Dak: 0,1 W/m²K
Schrijnwerk: 1,03 W/m²K
De totale milieu-impact, het S-peil en het E-peil verbeteren daardoor verder.
5. Een verbeterde luchtdichtheid van 6 m³/h.m² in plaats van 12 m³/h.m² zorgt voor een sterke daling van zowel de milieu-impact als het S-peil en het E-peil.
6. Wanneer de luchtdichtheid verder verbetert naar 1 m³/h.m² dalen het S-peil, het E-peil en de milieu-impact verder.
7. Wanneer het ventilatiesysteem verandert naar een ventilatiesysteem D, heeft dit een kleine negatieve impact op het materiaalgebruik, maar dit wordt ruim gecompenseerd bij het energieverbruik (milieu-impact en E-peil). Dit wordt de nieuwe startsituatie voor de scenario's 8 t.e.m. 12.
8. De PV-installatie kan niet worden ingegeven in TOTEM. Een grotere PV-installatie heeft daarom enkel een invloed op het E-peil. Dit zorgt ervoor dat de woning meer energie opwekt dan dat deze verbruikt (negatief E-peil).
9. Het toevoegen van automatische zonwering heeft een positief effect op het S-peil en het E-peil. Ook aantal uren met oververhitting daalt, al kan oververhitting nog niet volledig vermeden worden.
10. Wanneer zonwering gecombineerd wordt met een grotere PV-installatie wordt het laagste E-peil bereikt van de studie.
11. Het vervangen van de vloerverwarming door radiatoren heeft geen invloed op de resultaten (t.o.v. 7).
12. De douchewarmtewisselaar doet het E-peil met nog 1 punt zakken. De andere waarden blijven gelijk.
13. In dit scenario wordt bij scenario 7 de typologie van halfopen bebouwing aangepast naar vrijstaande woning, en de gemeenschappelijke muur wordt dus een buitengevel. Dit doet de milieu-impact, het S-peil en het E-peil licht stijgen.
14. In dit scenario wordt bij scenario 7 de typologie aangepast naar rijwoning. De vrijstaande zijgevel wordt dus een gemeenschappelijke muur. Dit heeft een licht positief effect op de milieu-impact, het S-peil en het E-peil. Dit resulteert in de laagste milieu-impact van de studie.
Wat bleek? De meeste verbeteringen, zoals betere isolatie, hogere luchtdichtheid en de overstap naar een ventilatiesysteem D, zorgen niet alleen voor een betere energieprestatie, maar ook voor een lagere milieu-impact.
Daarnaast toonde de studie ook aan dat enkel voldoen aan de minimale normen niet volstaat om aan alle EPB-eisen te voldoen.
Voor wie bouw- of verbouwplannen heeft, is het dus zeker de moeite om verder te kijken dan enkel het E-peil. Een lage milieu-impact bereik je pas door de juiste combinatie van slimme materialen én doordachte technieken. Meer hierover lees je in: Vanaf 2030 een verplichte milieu-impactberekening voor elke woning: wat betekent dat voor je budget?
Artikel geschreven door dr. ir. arch. Evelien Verellen, adviseur duurzaam bouwen