Morgenbouwers Logo
Verf
 

Kleine keuzes met een groot verschil: hoe kan je je milieu-impact verlagen?

Hoe kan je de milieuscore van je woning verbeteren zonder in te boeten op energieprestaties? In deze studie werd precies dat onderzocht: hoe alternatieve materiaalkeuzes in een goed presterende nieuwbouwwoning kunnen leiden tot een lagere milieu-impact — zonder de energieprestatie ervan te veranderen.

Voor wie graag eerst wat meer informatie heeft over de milieu-impact: lees dan het artikel Van baksteen tot sloop: hoe duurzaam is jouw gebouw écht?.

Het vertrekpunt was een halfopen houtskeletwoning met S-peil 11 en E-peil 10, gebouwd volgens doordachte principes (lees hier meer over in het artikel Energiezuinig én milieuvriendelijk bouwen: gaan die twee altijd samen?). De energieprestatie blijft behouden; de optimalisatie focust uitsluitend op materiaalkeuzes met een lagere impact, geëvalueerd via de Belgische TOTEM-tool.

De studie optimaliseerde per bouwlaag, zonder de bouwmethode (houtskelet) te veranderen. De resultaten worden uitgedrukt per m² gebouw, niet per aangepaste laag.

  1. De oorspronkelijke vloeropbouw met een betonplaat, cellulose tussen een keperwerk en een resolplaat werd vervangen door een vloer met schelpen en een PUR-plaat. Vloerverwarming in een chape werd behouden om beide opties vergelijkbaar te houden. Dit resulteert in een milieu-impactdaling van 5,2% op het volledige gebouw. De milieu-impactdaling bij enkel de vloer op volle grond bedraagt 28,8%. Een bijkomend voordeel van deze nieuwe materiaalkeuze is de meer circulaire vloeropbouw zonder betonplaat.
  2. De muren zijn houtskeletwanden opgevuld met cellulose en afgewerkt met een gipsvezelplaat en acrylverf. Door het aanpassen van de verf naar kalkverf daalt de milieu-impact van het hele gebouw met 5%. De impact van enkel de buitenmuren daalt zo met 8% en de impact van de binnenmuren met 19-28% (i.f.v. het type).
    De verfkeuze heeft zo’n aanzienlijke impact omdat de verflaag om de 10 jaar wordt vernieuwd, deze wordt dus in totaal 6 keer ingerekend over de volledige levensduur.
  3. Het oorspronkelijke dak heeft een buitenafwerking met leien, heeft cellulose tussen de structuur en houtvezelisolatie in de leidingenspouw. In de optimalisatie worden de leien vervangen door pannen, de houtvezelisolatie door glaswol en de acrylverf door kalkverf. Op gebouwniveau zorgt dit voor een reductie van 2%, de milieu-impact van het dak zelf daalt zo met 27,7%.
  4. De buitendeuren zijn origineel volle aluminium deuren. Door te kiezen voor een beglaasde deur daalt de milieu-impact van deze deur met 6%. Op niveau van het volledige gebouw is deze impactdaling verwaarloosbaar omwille van de beperkte deuroppervlakte.
  5. In deze laatste variant worden de aangepaste vloer, wanden, dak en deur gecombineerd. Op deze manier daalt de impact van het volledige gebouw met 12,2%.

De basiswoning scoorde al goed op de TOTEM waardeschaal , dus voor deze woning zijn de te behalen winsten eerder klein. Er werden ook in het basisontwerp al doordachte keuzes gemaakt.

Het is goed om te weten dat de keuze van muur- en plafondverf over de hele levensduur van een woning meer dan 5% milieu-impactreductie kan opleveren. Die keuze ligt meestal bij de bewoner, niet bij de ontwerper. Toch kan het effect ervan even groot zijn als dat van een verbeterde vloeropbouw. Daarom is het belangrijk dat bewoners zich hier – ook bij renovaties – bewust van zijn.

Artikel geschreven door dr. ir. arch. Evelien Verellen, adviseur duurzaam bouwen