geschreven door ing bouwkunde Dirk De Meyer, technisch adviseur duurzaam bouwen, laatste aanpassing 27/10/2025
Stekkerpanelen zijn populair bij wie voorzichtig wil starten met zonne-energie. Ze zijn eenvoudig te installeren, relatief goedkoop (vaak tussen 0,5 en 1 euro per wattpiek) en bijzonder geschikt voor mensen met een laag energieverbruik, bijvoorbeeld in een appartement of studio, maar ook voor huurders die de panelen gemakkelijk kunnen meenemen.
Toch kunnen ze ook bij grotere verbruikers interessant zijn. Heb je een dynamisch energiecontract en negatieve injectietarieven? Dan kan je het paneel eenvoudig uit het stopcontact halen om te vermijden dat je stroom 'verkoopt' tegen verlies. Bovendien verhoog je doorgaans je zelfconsumptie — en dat blijft financieel voordelig.
Stekkerpanelen zijn een interessante en betaalbare manier om je eerste stappen in zonne-energie te zetten — maar de eenvoud is niet vanzelfsprekend.
Toch zijn er een aantal belangrijke aandachtspunten. Allereerst moet de installatie gehomologeerd zijn. Op de website van Synergrid vind je een lijst van goedgekeurde systemen. Bij een analoge meter is een melding verplicht, en betaal je ook het prosumententarief. Heb je een digitale meter? Dan moet je pas melden wanneer het omvormervermogen boven de 800 Wp ligt.
Ook de elektrische veiligheid mag je niet onderschatten. Idealiter voorzie je een aparte elektrische kring, wat vaak betekent dat een erkende installateur moet langskomen. De panelen mogen nooit op een verdeelstekker worden aangesloten, maar moeten rechtstreeks in een geaard stopcontact.
Ook al is een keuring bij het plaatsen van de panelen niet verplicht, zorg ervoor dat je binneninstallatie gekeurd is.
Wil je méér dan 800 Wp installeren? Dan is een vaste installatie met keuring sterk aan te raden. Een standaard kring waarop ook andere toestellen zitten, kan anders overbelast raken.
Behalve elektrische veiligheid speelt ook mechanische veiligheid een grote rol. Een stekkerpaneel op een balkon lijkt handig, maar de bevestiging moet écht stevig zijn. Denk bijvoorbeeld aan een balkonleuning: die lijkt robuust, maar onder invloed van wind en extra gewicht kan de constructie het begeven.
Bovendien is de opbrengst op een balkon vaak minder gunstig. Verticale plaatsing én een oriëntatie die niet pal zuid is, zorgen voor een lagere energieopbrengst dan bij vaste installaties. Ook schaduw en hellingshoek spelen net zoals bij grotere installaties een belangrijke rol.

Woon je in een appartementsgebouw? Dan heb je te maken met de vereniging van mede-eigenaars (VME). Die kan regels hebben over wat wel of niet op de gevel of het balkon geplaatst mag worden. Daarnaast zijn er mogelijk ook stedenbouwkundige voorschriften van toepassing — zelfs bij kleine installaties. Informeer je dus goed vóór je begint.
Naast panelen worden ook stekkerbatterijen steeds populairder. Ze laten je toe om overtollige stroom tijdelijk op te slaan voor later gebruik. Maar ook hier geldt: de eenvoud is relatief. Een slimme sturing is noodzakelijk, zodat de batterij weet wanneer te laden en ontladen. Kijk daarbij goed naar het laad- en ontlaadvermogen, want dat verschilt sterk per aanbieder.
Bij de opmaak van het EPC-certificaat of bij de EPB-aangifte (bij Ingrijpende Energetische Renovatie of Nieuwbouw) kan je geen stekkerzonnepanelen ingeven, omdat ze geen deel zijn van de vaste installatie. Je verliest hiermee het positieve effect van zonnepanelen op het EPC-label of E-Peil .
Stekkerpanelen zijn een interessante en betaalbare manier om je eerste stappen in zonne-energie te zetten. Zeker in een context van stijgende energiekosten en groeiend milieubewustzijn bieden ze veel voordelen. Maar de eenvoud is niet vanzelfsprekend: veiligheid, regelgeving en technische compatibiliteit vragen je aandacht.
Laat je dus goed informeren, kies voor erkende producten en schakel waar nodig een vakman in. Zo haal je het maximale uit je stekkerpaneel — veilig, rendabel en duurzaam.
geschreven door ing bouwkunde Dirk De Meyer, technisch adviseur duurzaam bouwen, laatste aanpassing 27/10/2025