Je bent hier » Tijdschrift » Ecologisch magazine de Koevoet » De Koevoet 170 lente 2015

Minder is Meer

Energie-efficiënte renovaties zijn voor Leuven 2030 een topprioriteit. Het verwarmen van woningen en gebouwen en de elektriciteit die we verbruiken, zorgen in Leuven voor bijna 60% van de CO2-uitstoot. Zo’n 30% is afkomstig van particuliere woningen. We zullen onze bestaande woningen energiezuinig moeten renoveren als we de CO2-uitstoot van Leuven willen verminderen. Minder is Meer vzw is een sociaal renovatielab dat nieuwe mogelijkheden onderzoekt en uitvoert om energiezuinig renoveren haalbaar te maken voor iedereen op het grondgebied Leuven. Ze richt zich in het bijzonder op mensen in maatschappelijk kwetsbare posities en minder kapitaalkrachtige mensen.

 

Minder=Meer

 

Minder is Meer speelt in op de uitdagingen op financieel, (bouw-)technisch en sociaal vlak voor de verschillende groepen mensen. De vzw werkt een pakket aan haalbare oplossingen uit, zodat het voor iedereen mogelijk is om zijn woning te renoveren. Energiezuinigheid en wooncomfort staan hierbij voorop. In Minder is Meer brengen burgers en organisaties expertise samen.

 

Minder=Meer

 Plan van aanpak

Minder is meer hanteert vier stappen in het traject naar een energiezuinige renovatie bij de doelgroep.

  1. Het opsporen en toeleiden van kandidaten voor energiezuinige renovaties
    Volgens het Groot Woononderzoek (Vanderstraeten en Ryckewaert, 2015) zijn 4 % van de Vlaamse woningvoorraad eigenaarswoningen van onvoldoende kwaliteit bewoond door gezinnen met geldproblemen. Voor Leuven betekent dat ongeveer 1.200 woningen. Het gaat over noodkopers (mensen die een woning kopen omdat de afbetaling van de lening goedkoper is dan blijven huren maar geen geld overhouden voor de noodzakelijke renovatie), een groeiende groep noodeigenaars en ouderen. De groep is zeer divers. Niemand van hen loopt te koop met minimaal wooncomfort en een huis dat moeilijk te verwarmen is, laat staan met het gevecht om maandelijks de facturen betaald te krijgen. Om deze eigenaars te bereiken werkt Minder is Meer samen met intermediairen, die voldoende vertrouwen krijgen van de bewoner en een goed zicht hebben op de woonsituatie.

  2. Advies en begeleiding op maat
    Zonder bijkomende inspanningen in de omkadering van maatschappelijk kwetsbare eigenaars-bewoners dreigt de energietransitie net hun woningen over te slaan.

    In Leuven en Vlaams-Brabant zijn er meerdere renovatiebegeleiders actief, die financiering krijgen van zowel de provincie (via Duurzaam Bouwadvies) als de stad of gemeente. De werving gebeurt veelal via traditionele campagnes en ook de ontzorging blijft beperkt tot sporadisch advies. Elk van deze begeleidingstrajecten blijft bestaan, maar Minder is meer incorporeert ze in het hier beoogde renovatietraject. (Dialoog en de energiecoach van de stad Leuven zitten in de stuurgroep van Minder is meer en we starten binnenkort enkele projecten samen met IGO. )

    Voor de kwetsbare groep bieden we volgende extra ondersteuning tijdens het traject aan:
    • investeren in unieke aanspreekpunten
      Nu zijn er verschillende 'loketten': het energieloket, DUBO, Dialoog en renovatiebegeleider (IGO). Het is niet de bedoeling om die te vervangen, maar om via Minder is Meer een uniek aanspreekpunt te organiseren met specifieke opleiding en aandacht voor de sociale problematiek. Dit kan de renovatiebegeleider van IGO zelf zijn, maar even goed één van de sleutelfiguren in een buurtwerking.

    • investeren in het KISS-principe (“keep it stupidly simple”)
      Vele renovatieadviezen zijn nog steeds te technisch, focussen te veel op CO2-besparingen en tabellen met terugverdientijden. Minder is Meer screende enkele bestaande tools grondig en nu ligt alles op tafel om eenvoudige en heldere rapporten op te stellen voor de eigenaars. Het ontwikkelde model voorziet bovendien in een participatief traject tijdens de analyse van de woning.

    • extra ontzorging
      We zorgen voor de opvolging van de aanbestedingen, stimuleren deelname aan groepsaankopen (cf. Klimaatnetwerk Vlaams-Brabant), coördineren de aanpak samen met aanwezige sociale begeleiding/vertrouwenspersoon en bepleiten de voordelen van een ESCO-formule (zie verder) of subsidieretentie.

  3. Financiële ondersteuning
    Deze eigenaars kunnen het project niet voorfinancieren. Missen de verhoogde premies voor beschermde afnemers en andere financiële stimuli dan hun doel? Grotendeels wel. Het Steunpunt Wonen (Griet Verbeeck, 2016) kwam eerder tot de conclusie dat de bestaande ondersteuningsmaatregelen belangrijk kunnen zijn om de hogere sociale groepen effectief aan te zetten tot investeren in energie besparen, maar voor de laagste sociale groep duidelijk extra maatregelen nodig zijn. Zo blijkt zowel uit de premies voor beschermde afnemers als voor de fiscale voordelen voor de laagste inkomensgroep dat zij slechts in zeer beperkte mate hiervan gebruik maakten. Nochtans zullen de minst gegoede huishoudens het meest baat hebben bij een sterke verbetering van de energieprestatie van hun woning vanuit een nood aan beter comfort en/of een lagere energiefactuur. De hoge initiële investeringskost blijft een (voorlopig) onoverbrugbare barrière.

    We moeten voor deze doelgroep een alternatieve subsidiëring voorzien zonder de eigenaar te belasten. Tot nu toe zet men hiervoor investeringsfondsen met subsidieretentie in (verbouwers krijgen een subsidie die pas moet terugbetaald worden op het ogenblik dat de woning een andere eigenaar krijgt). Zeker een mogelijkheid, maar de terugverdientijd is lang.

  4. Financiering via burgercoöperaties
    Het is niet ondenkbaar om een coöperatieve ESCO-formule te ontwikkelen voor particuliere woningen. Daarbij staat een coöperatieve Energy Service Company (ESCO) in voor de financiering en uitbating. De winst op het verbruik dient dan om de ESCO terug te betalen. Met de steun van het Europees Interregproject Rhedcoop onderzoekt Minder=Meer of we in Leuven een burgercoöperatie kunnen oprichten die de energetische renovatie van private gezinswoningen kan financieren. Door op deze manier te financieren, belast je het inkomen van de eigenaar niet, garandeer je woonzekerheid en realiseer je een energetische renovatie. Bij verkoop van de woning kan het energieabonnement in één keer afgekocht of doorgegeven worden aan de nieuwe bewoner.

    Dit kan alleen als we veel nauwkeuriger kunnen berekenen welke energiewinst bepaalde investeringen opbrengen. En tegelijk het energieverbruik en gedrag van de bewoners meenemen in de berekening. Dat is nieuw en nog te ontwikkelen. Als dat lukt, opent het perspectieven om energetische renovatie veel toegankelijker te maken voor een breed publiek van eigenaars en huurders, in het bijzonder noodkopers of noodeigenaars. Het overgrote deel van hen kampt met energiearmoede. Dit aanpakken - zonder afbreuk te doen aan het eigenaarschap - betekent dat je moet investeren in energiezuinige maatregelen. In de meeste gevallen sla je twee vliegen in één klap: de energiefactuur daalt onder andere door isolatie en gedragsverandering, én het wooncomfort stijgt. In dit segment treffen we vooral oudere woningen aan die (bijna) niet werden gerenoveerd. De winst op energie-efficiëntie is hier dan ook het grootst.

 

 Betrokken partners

Stad Leuven, Riso, provincie Vlaams-Brabant, Dialoog, T’Jonck-Nilis, CORE, Leuven2030 en een aantal geëngageerde burgers.

 Meer informatie

Ben je geïnteresseerd in Minder is Meer of zou je graag helpen met de verdere uitwerking ervan? Neem contact op met Frouke Wouters, projectcoördinator Minder is Meer via frouke@minderismeer.eu of +32 493 849 447.
Website: www.minderismeer.eu

016 23 26 49

info@dialoog.be

facebook.com/dialoogvzw