Je bent hier » Tijdschrift » Archief » Archief maatschappij en cultuur » Een off the grid spaarvarkentje knort het langst
Een off the grid spaarvarkentje knort het langst
Wanneer het maatschappelijk systeem dol draait, wil je er dan nog deel van uitmaken? Je kan off the grid gaan, zoals sommigen, voorlopig een kleine minderheid, doen. Letterlijk verwijst de term naar een loskoppeling van het elektriciteitsnet. Ruimer gezien slaat het op alles wat een zelfvoorzienend, autonoom leven dichterbij brengt: zelf voedsel kweken, energie produceren, water recupereren en ja, ander geld gebruiken. Wat dat laatste betreft: hoeveel vertrouwen verdienen onze grote banken nog? Ethische banken zoals Triodos en VDK boeren goed in de marge maar het zijn nog altijd de grootbanken die de marsrichting van de economie bepalen. Als dat richting afgrond gaat, wat moeten we dan doen? In Koevoet 166 hadden we het al uitgebreid over de Bitcoin, maar er zijn nog andere, minder complexe, mogelijkheden om uit hun vaarwater te blijven.
Off the grid betekent breken met de grote monopolies. Financiële, voedsel-, water- en energiemonopolies, het maakt niet uit. Off the grid leven of het heft weer in eigen handen durven nemen is een bevrijdende transitiegedachte.
Maar kunnen we nog wel financieel off the grid leven? Anders gesteld: is er nog een monetair leven mogelijk zonder het juk van de grootbanken te moeten torsen?
In Het goud van Tomas Vargas (1989) beschrijft de Chileense successchrijfster Isabel Allende hoe het er nog niet zo lang geleden aan toe ging: “Voordat de spannende wedloop van de vooruitgang inzette, begroef iemand zijn spaargeld, als hij dat al had, in de grond, een andere manier om geld te bewaren kende men niet.
Later kregen de mensen vertrouwen in banken. Toen het gemakkelijker was geworden om per bus de stad te bereiken, wisselden ze hun gouden en zilveren munten in tegen kleurige stukjes papier, die ze alsof het schatten waren opborgen in brandkasten. Tomas Vargas lachte hen uit, hij geloofde nooit in dit systeem. De tijd gaf hem gelijk en toen er een einde kwam aan de regering van de weldoener, die naar men zegt wel dertig jaar geduurd had, was het bankpapier niets meer waard en veel daarvan eindigde als wandversiering, als smadelijke herinnering aan de argeloosheid van de eigenaren. Terwijl alle andere mensen brieven schreven aan de nieuwe president en aan de kranten om zich te beklagen over de collectieve oplichterij van het nieuwe geld, waren de gouden munten van Tomas Vargas nog steeds op een veilige plek begraven…”