Je bent hier » Tijdschrift » Archief » Archief energie » Hout als duurzame energiebron

Hout als duurzame energiebron

Terug

Lange tijd hebben velen binnen de milieusector hout en afgeleide producten gepromoot als duurzame energiebronnen voor woningverwarming. Hout en houtpellets zijn immers hernieuwbare energiebronnen. Kort door de bocht kan je stellen: ze inzetten als energiebron is co2-neutraal, zolang we niet meer bomen kappen dan planten. Heel wat milieubewuste bouwers, waaronder zeker ook Koevoetlezers, namen dit ter harte en installeerden (pellet)kachels en hout- en pelletketels.

 

 

De laatste jaren staat vooral de houtkachel weer ter discussie. In de pers verschenen de meest tegenstrijdige titels als “Op termijn verbod op stoken met houtkachels en –haarden” en “Het is perfect mogelijk om te verwarmen op hout zonder te vervuilen”.

 

Om het bos door de bomen te zien, nam ik eind vorig jaar deel aan de studiedag van het bio-energieplatform van de Organisatie voor Duurzame Energie (afgekort ode, die onder andere de sector van de bio-energie vertegenwoordigt) met de sprekende titel: ‘Groene warmte – nieuwe kansen voor energie uit biomassa’. De presentaties zelf, maar ook de gesprekken en discussies met andere deelnemers en leden van het biomassaplatform tot lang na de studiedag, brachten enige duidelijkheid. Ze riepen anderzijds ook nieuwe vragen op. De problematiek van houtverbranding blijft immers niet beperkt tot de uitstoot van kachels en ketels, waar de huidige discussie meestal om draait.

Beschikbaarheid voor energietoepassingen

Momenteel exporteert Europa iets meer hout dan het importeert. Een wankel evenwicht want professor Joris Van Acker van de Gentse universiteit, spreker op de studiedag, waarschuwt voor een wereldwijde hogere vraag dan aanbod vanaf 2030. Op langere termijn zou de houtconsumptie wereldwijd zelfs stijgen van 3,5 miljard m³ per jaar nu (0,6 m³ per persoon per jaar) naar 10 miljard m³ per jaar in 2050 (1 m³ per persoon per jaar) omwille van onder andere de toename van de bevolking en het dalend aanbod fossiele brandstoffen. Van Acker pleit in eerste instantie voor de aanplant van meer bos om aan die stijgende vraag tegemoet te komen.

 

In hoeverre kunnen we dat schaarse hout dan nog blijven gebruiken voor energietoepassingen? Momenteel gebeurt dit met de helft van de houtconsumptie. Verschillende sprekers op de studiedag hadden het over zogenaamde cascadering of voorrangsregels. Ze zijn het er allemaal over eens dat het gebruik van hout als bouwmateriaal voorrang moet hebben op het gebruik voor energietoepassingen. Spreker Patrick Deprez van het afvalverwerkingsbedrijf Renewi uit Kampenhout stelt het volgende afwegingskader voor biomassa in het algemeen voor:

  • voedsel voor mensen
  • voedsel voor dieren
  • meststof
  • groene bouwstof
  • brandstof

De toepassingen van hout voor voedsel zijn nagenoeg onbestaande. Tuiniers onder ons kennen houtsnippers als meststof (bijvoorbeeld voor het mulchen tussen aardbeien). Onder bouwstof verstaan we onder andere hout als bouwmateriaal en grondstof voor de meubelindustrie. Bij een dalend aanbod fossiele grondstoffen wordt hout ook een belangrijke grondstof voor de chemie. Dat kan je ook onder groene bouwstof plaatsen.

 

Het is best mogelijk dat hout dat nu niet geschikt is als bouwstof (maar wel als brandstof) in de toekomst wel een toepassing vindt als bouwstof. Dat maakt de toekomstige beschikbaarheid van hout voor energietoepassingen onzeker.

 

Anderzijds blijkt dat veel hout uit de bosbouw (20 à 25 %) momenteel onbenut in het bos blijft liggen. Het is geen hoogwaardig hout, dus eventueel wel inzetbaar voor energietoepassingen. Je kan je natuurlijk afvragen in hoeverre je dat vanuit natuuroogpunt kan verantwoorden. Dood hout in een bos heeft ook zijn functie. Die afweging hebben de sprekers op de studiedag niet gemaakt en is zeker nog voer voor onderzoek.

Efficiëntie

Beperkte beschikbaarheid maakt dat je hout zo efficiënt mogelijk moet inzetten. Hout heeft een complexe samenstelling en de kwaliteit is wisselend. Lokaal hout zoals landschapshout (van bijvoorbeeld houtkanten) is meestal niet van bijzonder goede kwaliteit. Patrick Deprez geeft aan dat het niet efficiënt is dit hout op zeer kleine schaal (woningniveau) te gebruiken. Hij pleit voor conversieparken die dit hout en andere biomassa heel efficiënt en ‘gecascadeerd’ in voedsel, meststoffen, bouwstoffen en energie of brandstoffen (zoals houtsnippers en pellets) kunnen omzetten. Hij ging niet dieper in op de schaal en inplanting van de conversieparken, maar de milieulast van het transport is een factor die je niet over het hoofd mag zien. Verzameltransport vanuit een conversiepark is interessanter dan individueel transport van hout, op voorwaarde dat de afstand niet te groot wordt.

Achtergrondafbeelding

016 23 26 49

info@dialoog.be

facebook.com/dialoogvzw