Morgenbouwers Logo
Het station van Wijgmaal
 

Het station van Wijgmaal

Morgenbouwers verbouwde in samenwerking met de stad Leuven het verloederd station van Wijgmaal tot een kantoorruimte met vergaderlokalen en gemeenschapsruimte.

Het project had heel wat voeten in de aarde, maar het resultaat is mag er wezen! Ons circulair kantoorgebouw wordt bijna opgeleverd. In het voorjaar verhuizen we en is iedereen welkom om een kijkje te komen nemen.

Lees hieronder de blog die we bijhielden tijdens de werken.

Restauratie voegwerk stationsgebouw

Gepubliceerd op 24-04-2025

Het bestaand stationsgebouw werd gebouwd in 1864 en is opgetrokken uit baksteen. Het voegwerk dateert waarschijnlijk van de jaren ’40 van de vorige eeuw toen er een grondige verbouwing gebeurde van het gebouw na een hevige brand. Dit historisch voegwerk aan de voorgevel is op een bijzondere manier uitgevoerd, de gebruikte bakstenen zijn weinig vormvast maar men wilde in die tijd het uitzicht van een strakke baksteen bekomen. Om dit te doen werden de voegen gelijk met de baksteen gevoegd en werden er 2 lijnen in het voegwerk getrokken. De ruimte tussen de lijn en de baksteen werd rood ingekleurd en de ruimte tussen de twee lijnen werden waarschijnlijk zwart ingekleurd. Hierdoor kreeg je de indruk dat het metselwerk bestond uit strakke vormvaste bakstenen. Op de foto hieronder kan je dit effect nog enigszins zien.

oude techniek voegwerk aan de voorgevel van het station van Wijgmaal

Het gebouw is niet geklasseerd als historisch erfgoed maar heeft wel een erfgoedwaarde die we, in overleg met de stad Leuven, graag willen bewaren. Het bestaand voegwerk van de voorgevel is door de jaren heen behoorlijk beschadigd, maar om het voegwerk van deze gevel volledig te vervangen volgens de oude, erg tijdsintensieve methode, is niet betaalbaar. Daarom kozen we ervoor in overleg met de stad om enkel de beschadigde voegen te herstellen en dit met een terugliggende voeg om de voegbreedte te beperken en het contrast met de gekleurde voegen te verminderen. Deze gevel werd met een zachte techniek gereinigd om het bestaand schilderwerk op de voegen zoveel als mogelijk te vrijwaren.
Voor het voegwerk kiezen we hier voor een bastaardmortel omdat een zuivere kalkvoeg mogelijk te veel vocht zou doorlaten en er risico op vorstschade. De muren zijn aan de binnenzijde afgestreken met een cementpleister, omwille van de luchtdichtheid. Hierdoor wordt een vlotte uitdroging van de bakstenen verkleind wat een verhoogd risico op zout-uitbloeiingen. Door het gebruik van een bastaardmortel is dit risico kleiner.
De werken zijn nog in uitvoering, binnenkort kan je het resultaat van deze gevel zien! De andere gevels van het gebouw waren niet voorzien van deze specifieke voegtechniek. Aannemer INREBO, die veel ervaring heeft met gevelrestauratie, sleep alle voegen uit. De gevel werd volledig gereinigd en opnieuw ingevoegd.

Circulariteit in de technieken van het station

Gepubliceerd op 24-03-2025

3d technieken station Wijgmaal

Bij circulariteit denken we vooral aan de bouwmaterialen en hoe we ons gebouw samenstellen met deze materialen, maar hoe zit dat met de technieken in het station?
De belangrijkste maatregel op vlak van circulariteit is dat we technieken, leidingen en kanalen bijna allemaal in opbouw plaatsen. Leidingen liggen in kabelgoten en zijn dus gemakkelijk aanpasbaar en demonteerbaar. In het bestaande gebouw, dat zal dienstdoen als multifunctionele ruimte, plaatsen we kabelgoten rondom rond het lokaal, bij de overgang van de muur naar het dak. De elektrische leidingen naar de stopcontacten zijn wel in vloer ingewerkt. In het kantoor liggen de kabelgoten in opbouw tegen de muur onder de ramen en tegen het plafond. In het sanitair in het centrale volume liggen verbindingsleidingen over het verlaagde plafond.
Door deze opbouw winnen we naast aanpasbaarheid en demonteerbaarheid ook op materiaalgebruik. In klassieke kantoren liggen leidingen meestal onder een verhoogde vloer. We besparen dus op het materiaal dat je anders in de verhoogde vloer steekt en we winnen in hoogte, de muren zijn minder hoog voor dezelfde plafondhoogte.
We ventileren het gebouw met twee ventilatiesystemen D met warmteterugwinning, één voor het kantoor en één voor de rest van het gebouw. Ook hier liggen alle kanalen in opbouw.
Voor verwarming viel de keuze vooral om budgettaire redenen op lucht-luchtwarmtepompen, maar ook de goede regelbaarheid en energie-efficiëntie speelden een rol. De leidingen moeten we mogelijk na 15 jaar vervangen, samen met de units, terwijl de leidingen van een centraal verwarmingssysteem (bij een lucht-waterwarmtepomp) veel langer meegaan. Toch betekent dit niet automatisch dat we met onze keuze slechter scoren op vlak van circulariteit. Leidingen voor koelmiddelen zijn veel dunner dan leidingen voor centrale verwarming. Het materiaalverbruik is dus ook veel kleiner.
De zonnepanelen liggen ‘indaks’ dit wil zeggen op hetzelfde niveau als de pannen. Dit was een eis vanuit erfgoed. Onder de panelen liggen geen pannen, dit is een besparing op materialen, maar maakt het systeem minder aanpasbaar dan bij een klassieke bovendakse plaatsing.
Regenwater vangen we op in een put onder het gebouw en we gebruiken het onder andere voor toiletspoeling. Het water van het groendak voeren we af omdat dit verkleurt. Infiltratie is in dit gebouw niet mogelijk, omdat we niet beschikken over een buitenruimte.

Isolatie hellende daken met cellulosevlokken

Gepubliceerd op 13-03-2025

Eind februari werd er cellulose-isolatie ingeblazen in onze hellende daken. De werken werden uitgevoerd door Oliver De Winter van Eco-Dé. Deze isolatie wordt gemaakt van gerecycleerd krantenpapier, wat ook de naam "papiervlokken" verklaart. Dit duurzame materiaal biedt tal van voordelen, waarover je meer kunt lezen in onze vorige blog.

Nu we weten wie de isolatie heeft aangebracht, is ook duidelijk welke cellulosevlokken zijn gebruikt: iQ3 cellulose van Isoproc. Dit brengt een extra milieuvriendelijk voordeel met zich mee, want deze cellulose wordt in België geproduceerd. Hierdoor blijft de transportafstand van fabriek naar werf beperkt, wat de ecologische impact verder verlaagt.

Hoe gaat het inblazen concreet in zijn werk? De cellulose-isolatie wordt aangeleverd in grote zakken waarin de vlokken sterk bijeen gepakt zitten (zie foto).

Cellulosevlokken zoals ze verpakt op de werf aankomen

Een zak cellulose wordt opengemaakt en de gecomprimeerde vlokken worden in de inblaasmachine geschoven. Deze speciale machine maakt de vlokken weer los en luchtig en via een darm worden de vlokken naar de compartimenten getransporteerd. Bovenaan elk compartiment wordt er een inblaasopening gemaakt en de inblaasslang wordt hierin neergelaten tot onderaan (zie foto).

Inblazen van cellulosevlokken in het hellend dak

Vervolgens wordt de inblaasslang geleidelijk aan opgetrokken zodat de onder druk ingeblazen vlokken het compartiment volledig en tot in de puntjes opvullen (zie filmpje).

De inblazer controleert regelmatig of de densiteit correct is en of dit overeenkomt met het aantal ingeblazen zakken per compartiment.

Nog een voordeel van cellulose inblazen: het gaat vooruit! Op één dag heeft Oliver de 2 hellende daken volledig ingeblazen met cellulose, 30 cm dik. Zou je dit met isolatiedekens doen, dan ben je wel even langer bezig, wil je dit correct doen.

Wil je graag zelf cellulose isolatie laten toepassen in jouw project: cellulose-isolatie is geschikt voor alle mogelijke droge toepassingen: daken, muren, vloeren. Wat muren betreft kunnen zowel binnen- als buitenmuren, maar wel steeds afgeschermd van vocht en wind. De (na-) isolatie van klassieke spouwmuren is dus niet mogelijk. Het inblazen van cellulose-isolatie kan je niet zelf, dat moet gebeuren door een aannemer met de nodige ervaring. Maar om de prijs te drukken, kan je wel heel wat zelf: zakken open maken en de inblaasmachine vullen, inblaasopeningen maken en weer dichten.

En toen was er (eindelijk) een dak! En wat voor een!

Gepubliceerd op 28-01-2025

gemeenschapsruimte station Wijgmaal

Toegegeven, het heeft lang geduurd eer we dit bericht konden schrijven, maar soms lopen de dingen niet zoals je zou willen. Maar toch vieren we graag dit succesje! De ruimte krijgt met het nieuwe dak vorm en je kan je al een beetje inbeelden hoe mooi deze ruimte zal worden eens ze af is.

houten I-liggers

Ook nog even iets over de opbouw van het dak. De dakstructuur is op gebouwd uit houten I-liggers. Deze hebben een smalle lijfplaat uit hardboard en flenzen uit gelijmd hout (zie foto). Dergelijke houten I-liggers bieden een aantal belangrijke voordelen ten op zichte van massieve balken: ten eerste bevat het dak zo minder hout en meer isolatie, wat een positief effect heeft op de U-waarde van het dak; ten tweede zijn dergelijke I-liggers ook steviger en vormstabieler dan een massieve balk; ten derde wordt een I-ligger opgebouwd uit enkel gerecycleerde houtfracties zodat er hiervoor geen nieuwe bomen gekapt moeten worden.
Als onderdak kozen we voor houtvezelonderdakplaten. Deze zijn behandeld met hars om ze regenwerend te maken en hebben een vierzijdige tand- en groefverbinding zodat het geheel ook winddicht is. Daarnaast isoleert een houtvezel onderdakplaat ook (een beetje). Hoewel de plaat met een lambdawaarde van 0,044 W/m.K en een dikte van 22 mm maar een R-waarde heeft van 0,5 m².K/W is dit toch mooi meegenomen. Met de onderdakplaat alleen komen we er dus niet.
Na het plaatsen van een luchtdicht dampscherm aan de binnenzijde van de I-liggers en een ondersteunend lattenwerk wordt de ruimte tussen de I-liggers daarom vol geblazen met cellulose isolatievlokken. Dergelijke isolatie wordt ook wel “papiervlokken” genoemd. Deze isolatie wordt gemaakt van gerecycleerd krantenpapier en worden met een speciale inblaasmachine onder druk ingeblazen in de voorziene compartimenten. Ingeblazen cellulose vlokken bieden niet alleen een milieuvoordeel omdat het gemaakt is van gerecycleerde grondstoffen. Door te kiezen voor een isolatiemateriaal in bulk dat ingeblazen wordt, vermijden we snijresten en isolatieoverschotten en zijn we zeker dat de compartimenten overal correct gevuld zijn met isolatie, ook rond de I-liggers, ter hoogte van nok en muurplaat etc. De I-liggers hebben een hoogte van 30 cm. Dit is dus ook de dikte aan cellulose-isolatie die geplaatst zal worden. De lambdawaarde van cellulose ligt tussen 0,037 en 0,039 W/m.K, afhankelijk van het merk en de densiteit. De R-waarde van de cellulose isolatie in het dak van het station ligt bijgevolg tussen de 7,69 en 8,10 m².K/W. De werkelijke isolatiewaarde van het dak ligt echter iets lager door de aanwezigheid van de houten I-liggers die de cellulose-isolatie onderbreken. Dit is echter zeer beperkt.

Circulaire toepassing: demonteerbare welfsels

Gepubliceerd op 16-07-2024

Op de foto kan je zien hoe de voegen tussen de welfsels gevuld worden in een folie die de welfsels afschermen van de betonspecie.

Afgelopen week werden de welfsels van de verdiepingen geplaatst. Traditioneel komt er op welfsels een druklaag die de verschillende elementen met elkaar verbindt. Doordat het beton van de druklaag tussen de welfsels dringt, zijn de verschillende welfsels onlosmakelijk met elkaar verbonden. Enerzijds is dat de bedoeling in de traditionele manier van bouwen. Anderzijds heeft dit echter ook tot gevolg dat bij latere (gedeeltelijke) sloop of aanpassingswerken de welfsels niet gedemonteerd en hergebruikt kunnen worden. Ze kunnen enkel maar helemaal afgebroken worden en hergebruikt als betonpuin. In ons project wilden we dit anders aanpakken. De aannemer heeft de welfsels op een iets grotere afstand geplaatst. Tussen de welfsels plaatsten ze een folie en de ruimte hiertussen werd opgevuld met betonspecie. Zo is de ruimte tussen de welfsels wel opgevuld, maar kunnen ze later eenvoudiger gedemonteerd en in zijn geheel hergebruikt worden. Wel belangrijk om hierbij te vermelden is dat de ingenieur stabiliteit in zijn berekeningen rekening gehouden heeft met het feit dat de welfsels bij de voegen niet onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en er dus geen plaatwerking is.

Circulair beton en metselwerken met recuperatiestenen

Gepubliceerd op 18-10-2023

Zichtmetselwerk met recuperatiestenen in de nieuwbouw.

Als je regelmatig langs het station passeert, zag je vast dat de werken stilaan goed opschieten. De funderingswerken zijn afgerond, de betonstructuur voor het nieuwbouwgedeelte is ontkist, de herstelwerken aan het bestaande metselwerk zijn volop bezig en de metselwerken in de nieuwbouw zijn gestart.

In deze post zoemen we in op het gebruik van circulair beton en metselwerken met recuperatiestenen.

Circulair beton

In de betonnen balken en kolommen maken we gebruik van Ecomix beton. Beton bestaat uit water, zand, cement en grind. Om de milieu-impact te verlagen, zetten we in op elk bestanddeel. Met de keuze voor een ander type cement verlagen we vooral de CO2-uitstoot. Klassiek wordt beton gemaakt met zogenaamd Portland cement (ook wel CEM I genoemd). Het Ecomix beton is anders en wordt van hoogovencement gemaakt (ook CEM III genoemd) dat bestaat uit hoogovenslakken en restproducten uit de staalindustrie. De CO2-uitstoot van CEM III is ongeveer 30% lager dan het klassieke CEM I.

In Ecomix beton vervangen ze een deel van het grind ook door gerecupereerde granulaten: vermalen beton en stenen uit afbraak die zo hergebruikt worden. De impact op de CO2-uitstoot is veel lager dan die van het cementtype, maar gerecycleerde granulaten hebben vooral invloed op de milieu-indicator landgebruik. Aanvankelijk wilden we 40% van het grind vervangen door gerecupereerde granulaten. Omwille van de stabiliteit waren we genoopt ons te beperken tot 20%.

Bovendien valt beton met 40% gerecycleerde granulaten buiten de norm. Het kan met andere woorden geen Benor keuring krijgen. Met onder andere extra proeven hoeft dat geen probleem te zijn maar voor een klein project als het station zorgt het voor (te) hoge extra kosten. Met 20 tot 30% gerecycleerde granulaten (afhankelijk van de omgevingsklasse) valllen we wel binnen de norm en heeft het beton een Benor keurmerk. Na uitharding is de betonsamenstelling net zo sterk en kwalitatief als klassiek beton, het uitharden duurt alleen wat langer.

Metselwerk met recuperatiestenen

In een eerdere post beschreven we al hoe we de bakstenen tijdens de afbraak recupereerden en schoonmaakten voor hergebruik. We gebruiken ze momenteel om het bestaande metselwerk te herstellen. Aan de binnenzijde van het bestaande gebouw brengen we na de herstelwerken een cementeringslaag aan om vochtdoorslag te voorkomen en om de muren luchtdicht te maken.

Tussen de kolommen en balken van het nieuwbouwgedeelte gebruiken we invulmetselwerk, opnieuw met recuperatiestenen. Uit de afbraak van de bestaande vleugel hielden we onvoldoende stenen van goede kwaliteit over. Hier gebruiken we dus stenen uit een andere afbraak.

Voor het metselwerk maken we gebruik van kalkcementmortel of bastaardmortel in plaats van de gebruikelijke cementmortel. Cementmortel hardt sneller uit en kan in regenweer gebruikt worden, maar het heeft een veel hogere CO2-uitstoot tijdens de productie. Kalkcementmortel is met zijn lagere CO2-uitstoot een veel beter alternatief. Tijdens de afbraak kunnen de stenen ook veel gemakkelijker gerecupereerd worden.

Een win-win voor de natuur.

Waarom dan geen zuivere kalkmortel zonder cement gebruiken? Moderne kalkmortels zijn veel vettiger dan oude. Het maakt kalkmortel moeilijker te verwijderen dan een bastaardmortel met kalk en cement.

Circulair in de praktijk

Gepubliceerd op 27-06-2023

Open Gym gebruikte de gerecupereerde balken van het stationsgebouw voor de bar op hun opendeurdag en bouwde er daarna twee mooie picknicktafels mee. Zij blij, wij blij. Circulair in de praktijk.

hergebruik van sloophout station Wijgmaal door Open Gym

Hoe duurzaam is de renovatie van het station van Wijgmaal volgens GRO?

Gepubliceerd op 11-04-2023

We werken al heel wat jaren aan de voorbereiding van ons nieuwe kantoorgebouw in het voormalige stationsgebouw van Wijgmaal met de ambitie om er een toekomstgericht gebouw van te maken, waarbij we sterk inzetten op circulariteit. De Vlaamse Maatstaf Duurzame Kantoren was dan ook onze leidraad in het oorspronkelijke programma van eisen. Ondertussen heeft Het Facilitair Bedrijf van de Vlaamse overheid een diepgaandere tool ontwikkeld om de duurzaamheid van een gebouw te meten en te verbeteren. GRO (zie ook www.gro-tool.be) is een duurzaamheidsinstrument vernoemd naar de Noorse ex-premier Gro Harlem Brundtland die in 1987 het rapport Our Common Future schreef. GRO beoordeelt alle aspecten van een gebouw onderverdeeld in de thema’s people, planet en profit. De uiteindelijke score wordt in ambitieniveaus ingedeeld: niet voldoendegoedbeteruitstekend. We gaven al regelmatig advies bij (ver)bouwprojecten van lokale besturen en verenigingen waarbij we de criteria in GRO als leidraad gebruikten en nu onderwierpen we het huidige ontwerp van het stationsgebouw aan deze analyse.

Over sommige eisen maakten we voorlopige realistische aannames op basis van onze vooropgestelde ambities. Voor de binnenomgeving zijn er bijvoorbeeld heel wat normen die je moet doorlichten voor je weet hoe je op elke eis scoort. Dat is werk voor een studiebureau en bovendien waren we deze fase al voorbij op het moment dat de GRO ontwikkeld werd. We hebben in dit geval dus veronderstellingen moeten maken. We hebben de akoestiek bijvoorbeeld op sommige eisen als niet voldoende ingeschat, omdat uit de voorbije studies bleek dat de sporen het geluidscomfort beïnvloeden, ook al troffen we verschillende maatregelen om dat te minimaliseren.

Andere criteria waren dan weer gemakkelijk in te vullen. We hebben het erfgoedtraject doorlopen, de EPB-studie is klaar en we weten welke invloed de gebruiker zal hebben op deomgeving. Hier en daar duidden we aan dat een eis niet van toepassing is. De perceelsgrens stopt aan de rand van het gebouw, we hebben dus geen invloed op de aanleg van de omgeving.

Veel checklists in GRO gaan over de details van de inrichting van het gebouw. Die hebben we nog niet volledig uitgewerkt, dus we vulden ze in op basis van onze intenties. In de checklist schoonmaakbewust ontwerpen schreven we bijvoorbeeld dat we erop zullen letten om schoonmaakmaterialen logisch te stockeren. Ook de meting van de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) bij de oplevering van het gebouw kan nog invloed hebben op de uiteindelijke score.

In totaal krijgt het stationsgebouw de score uitstekend, waarbij onder andere de aspecten energie, water en toekomstgericht ontwerpen de beste beoordeling krijgen. Toch is een hoge score halen niet waar de GRO voor bedoeld is. Het is mooi meegenomen maar het doel van het instrument is vooral om op zijn minst op voorhand over alle duurzaamheidsaspecten na te denken en ze van idee tot uitvoering goed te blijven monitoren. We volgen de beoordeling van de criteria daarom nauw op tijdens de bouwfase. De lessen die we eruit trekken, kunnen we meenemen in onze adviezen bij projecten van anderen.

Figuren 1 tot 3: Een weergave van de score op de criteria. Criteria dia niet van toepassing zijn (bv. biodiversiteit) of enkel met voldaan/niet voldaan worden gescoord (bv. energieverbruik), krijgen geen punt op het diagram.

De werken aan de fundering zijn gestart

Gepubliceerd op 06-03-2023

De fundering van de dragende muren aan de binnenkant van de bestaande muren voeren we om stabiliteitsredenen in moten uit. Op de eerste foto zie je goed hoe de aannemer korte stroken van ongeveer 140 centimeter uitgraaft in de kelder. Nadat het beton is gestort en uitgehard, kan hij een volgende strook uitgraven. Op deze manier is de stabiliteit van de bestaande muren gegarandeerd.

funderingsstroken uitgegraven in moten

In het gedeelte zonder kelder (zie foto twee) werden ook een aantal funderingsstroken uitgegraven. Hier zie je de witte isolatieplaat aan de buitenzijde van de funderingsstrook. Die voorkomt een koudebrug tussen de bestaande fundering en de nieuwe constructie. Het vangt bovendien de trillingen van de voorbijrijdende treinen op. De binnenconstructie staat dus volledig los van de bestaande wanden, een ‘box in box’ principe.

In het nieuwbouwgedeelte bleek de grond voldoende stabiel voor een klassieke fundering. We vonden er bij graafwerken resten van een oude regenwaterput en een kelder. Hier komen putfunderingen met een balk erover die de muren moet ondersteunen.

Dialoog en archipelago over circulaire verbouwing station Wijgmaal

Gepubliceerd op 23-02-2023

Circubuild - een contentbureau met focus op bouw en architectuur - besteedt uitgebreid aandacht aan de verbouwing van het station. In een uitgebreid interview met 'onze' Inge en Joost van architectenbureau archipelago lichten ze het circulaire aspect van het project toe.

Lees het eerste deel van het interview

Kringloopeconomie

Gepubliceerd op 14-02-2023

We zetten met ons eigen kantoorproject volop in op circulariteit. Uit de afbraak recupereerde we bakstenen gerecupereerd voor hergebruik in de linker nieuwbouwvleugel. De stenen werden ondertussen schoongemaakt.

Open Gym is een vereniging die sportconstructies maakt uit gerecupereerd materiaal. Zij haalden enkele maanden geleden houtafval op van de werf om te verwerken. Meer informatie over Open Gym vind je op www.opengym.be.

Open Gym haalt recuperatiehout op
Open Gym haalt ons houtafval op
De schoongemaakte gerecupereerde bakstenen
De schoongemaakte bakstenen

We zijn gestart

Gepubliceerd op 07-02-2023

schoring van gevel station Wijgmaal

Zoals je misschien zelf al kon vaststellen, zijn we een poos geleden met de werken aan het station gestart. De toevallige voorbijganger is het vast opgevallen dat we ondertussen helemaal klaar zijn met de afbraakwerken. Maar geen werf zonder onvoorziene omstandigheden. Zo troffen we tijdens de afbraakwerken onder de rechtervleugel een kelder aan en de bestaande muren bleken niet zo stabiel en weinig gefundeerd. Een sondering na het uitbreken van de binnenvloer wees uit dat de grond minder draagkrachtig is dan we dachten. De werf viel dus opnieuw stil en er volgden heel wat berekeningen voor het extra werk.

Ondertussen zijn we een aantal maanden verder en de gevel is geschoord om de stabiliteit te verzekeren. We verwijderden de onbekende kelder en de stabiliteitsplannen voor het deels verder uitgraven van de bestaande kelder zijn we aan het aanpassen. Als alles goed gaat, starten de werken opnieuw over 2 weken.

Renovatie station Wijgmaal start op 15 maart

Gepubliceerd op 01-03-2022

3d station Wijgmaal Archipelago architects

Het is zover. Vanaf 15 maart starten we met de renovatie van het stationsgebouw in Wijgmaal. De renovatie van het stationsgebouw gebeurt in samenspraak met de stad Leuven.

Het gebouw wordt een energiezuinige kantoor- en ontmoetingsruimte met op het gelijkvloers BAR ROSALIE uitgebaat door een coöperatie van enkele inwoners van Wijgmaal en STAF (vroeger vzw Begeleid Wonen).

Door in het stationsgebouw kantoorruimte te voorzien en een sociaal eetcafé krijgt het gebouw met erfgoedwaarde een nieuwe bestemming nadat het al enkele jaren leeg stond. Het gebouw wordt zo een gezellige ontmoetingsplaats voor inwoners van Wijgmaal, pendelaars, werknemers van de Remy-site, passerende fietsers en wandelaars. Lokale verenigingen zullen er ontmoetingsruimte kunnen reserveren.

“We zijn blij dat Dialoog dit stadsgebouw nieuw leven inblaast. Met dit project kan het stationsgebouw in de toekomst zijn rol van verbinding in Wijgmaal optimaal spelen.” zegt schepen van stadsgebouwen Lalynn Wadera. “We vinden het belangrijk om dit soort plekken door partners en de buurt te laten invullen, zo wordt het echt een levend huis van en voor hen.”

Voorbeeld stellen

We willen met deze renovatie duurzaam bouwen stimuleren door zelf het goede voorbeeld te geven. Er is daarvoor heel intensief samengewerkt met het architectenbureau archipelago. Coördinator Inge Pauwels kijkt uit naar de start van de werken: “De ervaringen die we opdoen, willen we delen met andere verbouwers. We willen experimenteren met nieuwe technieken binnen de kringloopeconomie zoals modulair bouwen.”

Gerelateerd

Logo
Kansengroepen Onderzoek
Met steun van Morgenbouwers bundelt Minder is Meer krachten om energiezuinige renovaties eenvoudig, betaalbaar en toegankelijk te maken voor elke eigenaar.