Je bent hier » Tijdschrift » Archief » Archief maatschappij en cultuur » Schermschade
Schermschade
Door de pandemie is de digitalisering alleen maar toegenomen. Vergaderen doen we online, studenten en scholieren krijgen halftijds les online en ook voor ontspanning kiezen (jonge) mensen meer dan voor corona een schermactiviteit zoals gamen. We prijzen ons gelukkig dat de technologie er is, maar er is ook een keerzijde aan de medaille. Leerkracht aan het Brugse Sint-Lodewijkscollege Koen Develter wijst op de gevaren van overmatig schermgebruik.
© pixabay.com
Bijna vijftien jaar geleden al las ik in mijn lessen Nederlands een artikel over de invloed van tv op jonge kinderen. De boodschap was glashelder: hoe jonger en hoe meer kinderen tv kijken, hoe groter de kans op schoolproblemen. Niet alleen de kans op leerproblemen of slechte cijfers vergroot naarmate kleuter of peuter vaker voor het scherm zit, ook de kans op gedragsproblemen neemt toe. Een echte verklaring hiervoor gaf het artikel niet, maar die vind je dan weer in de boeken ‘Digitale dementie’ (2013) en ‘Digiziek’ (2016) van Manfred Spitzer.
Deze Duitse neuroloog, dokter, prof. dr. en psycholoog stelt onomwonden dat kinderen gemaakt zijn om te leren. Elk moment van de dag leren ze wel iets; maar wat ze leren hangt af van de interactie met volwassenen en leeftijdsgenoten. Leren is immers altijd een interactief proces, en interactie met een scherm, dat gaat nu eenmaal veel minder goed dan met een persoon in levende lijve. Vandaar dat kinderen minder, veel minder, niets of het verkeerde leren als ze op jonge leeftijd voor een scherm zitten.
Vooral voor jonge kinderen (jonger dan drie) is het bijzonder schadelijk om voor een scherm te worden gezet (Spitzer, 2013, blz. 140). Ze worden er aantoonbaar dommer van. Vooral de middenmoters lijden schade wanneer ze vroeg of veel geconfronteerd worden met schermen. De intelligentste kinderen verliezen niet zo veel scherpte door vaak tv te kijken en de minst intelligente scheren sowieso geen hoge toppen in ons op kennis en abstract denken gefocust onderwijs, maar de gewone kinderen met een gemiddeld iq zien hun onderwijskansen wegsmelten naarmate ze op jonge leeftijd veel tijd voor een scherm doorbrengen. Reden genoeg om aan de alarmbel te trekken, me dunkt.
Ik ken een aantal arbeiders die de laatste jaren voor hun pensioen goed konden klagen over ‘de jonge gasten’. Ze zijn slordig, ruimen niet op of denken niet na. Onze timmerman vertelde mij eens dat hij geen stagiairs meer aanvaardt. Veel te stresserend. De laatste stagiair die hij had gehad, had voor de zoveelste keer een fout gemaakt; dit keer had hij een duur stuk hout verkeerd gezaagd. Zijn mentor, onze timmerman dus, zei hem dat hij toch moest nadenken voor hij zo’n duur stuk begon te zagen. De reactie van de leerjongen spreekt boekdelen: “Ik moet niet denken, jij moet denken voor mij!”.
Leerstoornis
Schermschade uit zich op school in de eerste plaats in een beperkt concentratievermogen. Dat is een groot probleem uiteraard. Er zijn gelukkig nog uitzonderingen, maar de meeste leerlingen kunnen moeilijk een half uur geconcentreerd werken of opletten. Dat is zo in de les, dat zal thuis wel niet anders zijn. Alleen, hoe kun je nu ooit een moeilijk stuk leerstof verwerven als je je nog geen twintig minuten kunt concentreren? Hoe kun je een tekst schrijven van drie bladzijden als je aandacht na een kwartier al afdwaalt?
Amerikaans auteur Nicolas Carr schreef er in 2010 al een boek over (The Shallows, What the Internet Is Doing to Our Brains, vertaald als Het ondiepe, 2011). Hoe meer we bezig zijn met vlug-vlug iets lezen op het internet, hoe minder we die informatie absorberen. Wie nooit traag en bedachtzaam een tekst leest om hem goed te begrijpen, die leert gewoon nooit om zich lang te concentreren en kan het bijgevolg ook niet. Dat snelheid recht evenredig is aan vergetelheid en traagheid aan herinneren, is een gedachte die de Tsjech Milan Kundera al uitwerkte in zijn heerlijke roman ‘De traagheid’. Maar er is meer aan de hand. Wie alleen maar vluchtig leest, kan op den duur geen lange teksten meer lezen. Hij mist er de uithouding, het concentratievermogen voor. Wie veel oppervlakkig leest, zoals op internet bijna iedereen doet, die kweekt zichzelf een leerstoornis aan.
Dit gebrek hypothekeert uiteraard de toekomst van de jongelui zelf, maar eigenlijk van de hele samenleving. Je zult maar een schrijnwerker hebben die zich moeilijk kan concentreren. Ik heb het meegemaakt; de man was schrijnwerker in bijberoep en had last van stress, dus zijn concentratievermogen was niet je dat. Het gevolg was dat hij één vensterbank verknoeide (van de drie die hij moest maken) en er in het geheel opvallend lang over deed. Een verminderd concentratievermogen is dus geen onschuldig probleempje; het heeft ingrijpende gevolgen voor het functioneren van de hele maatschappij.
Het is heel interessant wat Spitzer daaruit concludeert. De frontaalkwab is dat deel van de hersenen dat bij jonge kinderen nog niet ontwikkeld is; ze zien een ijsje en willen het – ook al hebben ze daarnet hun wafel niet op gekregen. De frontaalkwab stelt ons in staat om rekening te houden met de lange termijn. Volwassen worden is onder andere de frontaalkwab ontwikkelen. Wie een slecht functionerende frontaalkwab heeft, bijvoorbeeld doordat hij te veel voor een scherm heeft gezeten als kind, puber, of jongvolwassene, die heeft een gebrek aan zelfbeheersing en zal meer stress ervaren in het leven dan wie weinig of geen schermschade heeft opgelopen. Zelfbeheersing en stress zijn immers omgekeerd evenredig. Dat mag op het eerste zicht verbazen, wie er wat langer bij stil staat (al is dat moeilijk als je veel schermschade hebt opgelopen), die zal inzien dat het verband er wel degelijk is.
Burn-out
We weten allemaal dat stress veroorzaakt wordt doordat we geen vat (meer) hebben op ons leven. Er zijn te veel onverwachte gebeurtenissen, er is negatieve kritiek waar we niet kunnen mee omgaan of het wordt gewoon allemaal te veel. Stress wordt niet veroorzaakt door gebeurtenissen of opdrachten, maar door de mate waarin we daar geen controle over hebben. Dat wees onder andere een proef met ratten uit. Dat verklaart ook waarom mensen met een uitvoerende job vaak meer stress hebben dan hun oversten; wie geen beslissingsrecht heeft, heeft de macht niet om frustraties aan te pakken. Het stond ooit al wel eens in de krant: een burn-out is de schuld van je baas. Te kort door de bocht natuurlijk, maar autonomie en erkenning voor wat je doet zijn heel belangrijk om er niet onderdoor te gaan.
Er is nu helaas een nieuwe oorzaak van burn-out in de maak: schermschade. Wie voor zijn achttiende verjaardag dagelijks meer dan twee uur aan een scherm gekluisterd was, heeft misschien niet voldoende zelfbeheersing ontwikkeld om zichzelf in de hand te houden wanneer er plots een grote hoeveelheid werk op hem of haar afkomt. Het vergt veel zelfdiscipline om in tijden van tijdschaarste (want dat is het eerste wat zich aandient bij een karrevracht werk) prioriteiten te stellen en te snoeien in de activiteiten die niet noodzakelijk zijn – ook al zijn ze leuk.
Ik maakte het onlangs mee dat een jonge collega (jonger dan dertig) na enkele maanden thuis belandde met een burn-out. Haar lesopdracht was loodzwaar, en het is als beginnend leerkracht geen pretje om je in te werken in enerzijds de leerstof en anderzijds alle ict-tools die je nodig hebt om je job uit te oefenen. Maar ze zette ook geen enkele hobby stop en in haar vensteruren zat ze meestal in de leraarskamer wat te kletsen. Heel begrijpelijk allemaal, maar misschien ook een tikkeltje te weinig zelfbeheersing. Waarmee ik voor alle duidelijkheid niemand wil culpabiliseren; je bent niet verantwoordelijk voor de opvoeding die je hebt gekregen en het is nu in elk geval veel moeilijker om als leraar te beginnen dan twintig jaar geleden, toen ik begon. En je laten gaan, wie doet dat nu nooit?
Op de leeftijd van zes tot negen jaar heeft schermtijd een nefaste invloed op de leerprestaties van kinderen. In een slechts vier maanden durend onderzoek konden de onderzoekers het verschil in leesvaardigheid en schrijfvaardigheid al meten tussen kinderen die net een spelconsole hadden gekregen en kinderen die geen spelconsole hadden. De schadelijke effecten van een spelconsole waren bij deze kinderen dus al na vier maanden (!) meetbaar. Daarenboven bleken de kinderen met een spelconsole ook beduidend lastiger in de klas dan de controlegroep. (Spitzer, 2013, blz. 182 – 185). Ook voor studenten is aangetoond dat hoe meer ze op hun smartphone zitten, hoe lager hun academische prestaties zijn. (Spitzer, 2016, blz. 156).
De gevolgen van overmatige schermtijd zijn dus 1) verminderde schoolkansen, 2) verminderde zelfbeheersing en dientengevolge 3) stress. Helaas zijn er nog.