Je bent hier » Bouwadvies » Wat doen we voor steden gemeenten en verenigingen » Technisch advies en begeleiding bij renovatie en nieuwbouw » Screening van de ontwerprichtlijnen van sociale woonmaatschappij dijledal
Screening van de ontwerprichtlijnen van sociale woonmaatschappij Dijledal
Dijledal beheert en verhuurt 3.424 woongelegenheden in Leuven en omstreken, zowel appartementen als individuele woningen. Haar ontwerprichtlijnen zijn een werkinstrument voor ontwerpers. Ze zijn van toepassing op alle nieuwbouw- en renovatieprojecten en vormen een aanvulling en precisering van de Ontwerpleidraad Sociale Woningbouw uitgegeven door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW). Dijledal toetst het voorontwerp en het dossier basisaanbesteding van elk project aan zowel de bouwtechnische en conceptuele richtlijnen van de VMSW als aan hun eigen ontwerprichtlijnen.
© Bond Beter Leefmilieu
Duurzaamheid integreren
Duurzaamheid zit verweven in alle aspecten van het bouwproces. Enkel een stuk tekst toevoegen over duurzaamheid is niet voldoende om ontwerprichtlijnen te verduurzamen, maar de principes geef je best al vrij uitgebreid in een inleidend hoofdstuk mee. Zo gebruikten we de ‘Algemene uitgangspunten’ om te verwijzen naar de drie pijlers van GRO: people, planet en profit. Zij vormen de basis voor onze adviezen. De ambities van de Provinciale Steunpunten Duurzaam Bouwen op vlak van energie- en waterprestaties herhaalden we in dit hoofdstuk als eisen op vlak van U-waardes, S-peil, E-peil, luchtdichtheid, oververhittingsindicator en efficiëntie van installaties.
Andere aspecten zoals klimaatadaptief bouwen, duurzaam materiaalgebruik, onderhoudsvriendelijkheid, ontharden, biodiversiteit en circulair bouwen namen we mee in onze suggesties voor aanpassingen in de bestaande teksten. We maakten gebruik van de TOTEM-tool om materiaalkeuzes af te lijnen en/of te verengen.
Hoewel dit advies zich niet beperkt tot één bouwproject, wilden we wel zo concreet mogelijk zijn in eisen en aanbevelingen zonder de vrijheid van de ontwerpers te veel te beknotten en het risico te lopen dat budgetten ontsporen of specifieke programma’s van eisen niet meer haalbaar zijn. Daarom bespraken we elke suggestie voor aanpassing en aanvulling met medewerkers van Dijledal. Vanuit hun ervaring met sociale huisvesting en de noden van de bewoners gaven zij input voor bijsturing.
In de praktijk
Tot hier onze aanpak, maar over welke suggesties gaat het dan? We kunnen niet al onze suggesties overnemen maar selecteren er enkele die een idee geven van waar we voor staan.
Op vlak van gebouwschil voegden we volgende paragraaf toe: ‘Smalle verticale glasoppervlaktes vanaf vloerniveau brengen minder daglichtopbrengst dan hoger horizontaal geplaatste ramen met dezelfde oppervlakte. Per wooneenheid worden dus enkel in de woonruimte en, op plaatsen waar een doorgang naar buiten nodig is, ramen tot op vloerniveau geplaatst.’
Circulariteit komt onder andere aan bod in deze twee aanvullingen: ‘Bij nieuwbouwprojecten zal er maximaal gestreefd worden naar een structuur die ook op lange termijn flexibel blijft. Door het plaatsen van dragende elementen rondom technische schachten, trappenhuizen of aan de buitenschil. Indien op andere plaatsen dragende elementen nodig zijn wordt de voorkeur gegeven aan kolommen in plaats van dragende wanden.’
‘Voor metselwerk gaat de voorkeur uit naar het gebruik van bastaardmortels om recuperatie van stenen mogelijk te maken.’
Nog twee voorbeelden van suggesties op vlak van duurzaam materiaalgebruik: ‘Voor betonnen verdiepingsvloeren worden bij voorkeur (voorgespannen) betonwelfsels gebruikt. Het is aan te bevelen om hier reeds in ontwerpfase rekening mee te houden en dus bij voorkeur met breedtes in veelvouden van 60 cm te werken.’
‘Voor ter plaatste gestort beton gaat de voorkeur uit naar CEM III indien de weersomstandigheden een goede uitvoering toestaan. Beton met gerecycleerde granulaten mag toegepast worden zonder BENOR-keurmerk op voorwaarde dat deze via een onafhankelijk betonlabo door middel van drukproeven wordt gecontroleerd.’
Om het gebruik van duurzame technieken te integreren zijn er maatregelen nodig op vlak van de gebouwschil zoals in volgende suggestie:
‘Technieken op platte daken worden reeds op voorhand ingetekend:
- zodat met de lasten tijdens de stabiliteitsberekening kan rekening gehouden worden
- zodat verankeringspunten voor technieken reeds kunnen geplaatst worden tijdens dakdichtingswerken
- zodat er optimale benutting is van het dak rekening houdend met alle eisen omtrent valbeveiliging. De voorkeur gaat dus naar het plaatsen van weinig onderhoud vragende zonnepanelen rondom de omtrek in combinatie met een levenslijn, zodat geen verhoogde dakopstand als borstwering moet geplaatst worden. Deze borstwering zorgt namelijk voor schaduw.
- zodat eventuele plaatsing van daklichtopeningen kunnen afgestemd worden op de positie van de technieken.’
Ook kleine aanpassingen kunnen een verschil maken. Zoals op vlak van energie-efficiëntie, waar we voor de bergingen in plaats van een schakelaar een ‘drukknop met afwezigheidsdetectie’ suggereerden. Of op vlak van biodiversiteit een ‘gemengde, inheemse haag’ in plaats van ‘een haag’.
Deze en andere opmerkingen verfijnden de ontwerprichtlijnen zodat duurzaamheid nog beter uit de verf komt in de gebouwen die Dijledal beheert. Hun waardering voor onze commentaren sterkt ons in de overtuiging dat we wel degelijk een verschil kunnen maken in de praktijk. Nu is het aan andere woonmaatschappijen om ons uit te dagen en hun ontwerpen voor te leggen. Zij kunnen hiervoor rechtstreeks terecht bij Dialoog vzw.
Wij staan klaar en zijn benieuwd.
Voor meer info en prijzen, contacteer Els Canini via els.canini@dialoog.be.
Marleen De Roye
Dirk De Meyer